Woord |
Betekenis |
Anemie |
Tekort aan rode bloedcellen (erytrocyten) - bloedarmoede |
Aplastische anemie |
Een vorm van bloedarmoede waarbij er een tekort is aan alle soorten bloedcellen |
Beenmergfalen |
Verminderd functioneren van het beenmerg (waar bloed gemaakt wordt) – verstoorde aanmaak van rode bloedcellen, witte bloedcellen en/of bloedplaatjes |
Beenmergpunctie |
Afname van beenmerg (uit het bot) |
Botbiopt |
Afname van een stukje bot |
DEXA-scan |
Test om botdichtheid te meten (Dual Energy X-ray Absorption) |
DNA |
DNA bevat de code waarin al onze erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd |
Erytrocyten |
Rode bloedcellen |
Graft-versus-host disease |
Situatie waarbij de witte bloedcellen van de donor (de graft) weefsels van de ontvanger (de host) aanvallen |
Hematopeöse |
Vorming van rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes vanuit stamcellen in het beenmerg |
Hypopharynx |
Onderste deel pharynx |
Hypothyreoïdie |
Traagwerkende schildklier |
IJzerstapeling |
Opslag van teveel aan ijzer, vooral in lever, hart en alvleesklier |
Leukemie |
Kanker van het bloed |
Leukocyten |
Witte bloedcellen |
Leukopenie |
Tekort aan witte bloedcellen |
Lymfocyten |
Een bepaald type witte bloedcel |
Mutatie |
Genetische fout in het DNA |
Oropharynx |
Deel keelholte dat achterin mondholte ligt |
Pharynx |
Slokdarmhoofd, het bovenste deel van het ademhalings- en spijsverteringskanaal dat direct na de neus en mond volgt en uit drie delen bestaat: naso-, oro- en hypopharynx |
Plaveiselcelcarcinoom |
Kanker van de slijmvliezen (vaak mondholte, vrouwelijke geslachtsorganen) |
Stamceltransplantatie |
Behandeling waarbij vernietigde stamcellen in het beenmerg door gezonde stamcellen uit het beenmerg, bloed of navelstrengbloed van een donor worden vervangen |
Thyroïdstimulerend hormoon (TSH) |
Hormoon uit de hypofyse, een klier in de hersenen, dat de schildklier stimuleert tot het aanmaken van schildklierhormoon |
Thyroxine (T4) |
Schildklierhormoon |
Trombocyten |
Bloedplaatjes |
Trombopenie |
Tekort aan bloedplaatjes |